BREYTEN BREYTENBACH - DE SCHOONMAAK VAN DE BERG


vertaald uit het Afrikaans door Laurens Vancrevel

                                                                      Sneeuw is mijn grafschrift
                                                                      als een zang van bezinning


Wat betekent het om ‘de berg schoon te maken’? Zinloosheid is als sneeuw, verstrooide dromen van de hemelen. Die zullen weer neervallen als zwarte nachtgedachten. Wat betekent het om de berg schoon te maken, de witte neerslag van zwarte nachtsneeuw bergafwaarts te slepen in zakken om die beneden op de rotsgrond te laten smelten zodat het gezicht van de maan weg kan vloeien en haar lijk kan uitstromen in de kolkende stilte van de poel van klater-ijs? Een waan van betekenis uit de hemel? Om de witte voorbijgaandheid weg te schrapen zodat de berg weer zwart kan glanzen? Sneeuw is als mos net als woorden die samenklonteren in de zoektocht van een gedicht naar de dichte zinloosheid van verdichting. De maanwaterbeweging laat de woorden smelten in een vloeilied van weerkaatsing. Je moet je hart hier versterken. Je hart moet standvastig zijn om namens jou te zeggen dat je voeten niet mogen uitglijden en jij niet wegvalt in het niets. Als je je hart niet versterkt zal je vallen met een doodskreet van vleugels om je val heen gevouwen.

Oude monniken kunnen sneller lopen omdat hun benen langer zijn.

Ik ben een oude monnik ook al ben ik een kind met een pompoen als hart. Reïncarnatie is witte sneeuw die het zwarte hart met vleugels omvat. Hoe maak je een berg schoon? Hoe zorg je ervoor dat de pompoen niet gaat rotten in de kou?

Ik herinner mij mijn vorige levens als seizoenen van sneeuw zoals lijkwaden op de pompoenenakker. Vogels zijn omzwachteld met zwarte doeken tegen de kou. Ik ben een stokoude monnik met de korte beentjes van een kind. ’s Nachts komen mijn overleden broers naar mij toe met hun presentjes van offergaven en gebeden en bezinning geboeddhabeeld van sneeuw. De vogels schrikken evenmin van het niets als van de koude pompoen. Boeddha is een vogel van de bergen die aast op het lijk van de maan. Mijn verleden levens huilen en strelen mijn handen en zeggen: ‘Jij bent onze oude monnik van de bergen, je moet naar huis komen.’

Wat is een huis? Iets tussen het bij zinnen komen bij het schoonmaken van de berg en het niets wanneer er donkere sneeuw omlaag dwarrelt om wit op te glanzen in het maanlicht. Een huis is een beweging van bezinning halverwege de steile hellingen begraven onder sneeuw en het stromen van water waar ravijnen openscheuren.

Ik zal de heilige teksten gaan bestuderen. Ik zal mij weer de betekenis van woorden proberen te verbeelden, die bedacht zijn door de verbeelding die is weggestroomd in de inkt van de sneeuw. Het heilige boek is een bundel van vervagingen.

Als ik eenmaal oud en afgeleefd ben zal ik mijn kleren uittrekken –verbrand die niet ook al stinken ze nog zo – om als een levenslaag vergeten gedachten en gedichten te overhandigen aan de jonge monnik die ik heb opgeleid, wiens ogen zo groot en zo donker zijn als vleugels. Ik zal dan huilen in de nacht en zijn handen strelen. Wij noemen dat ‘het overhandigen van een erfenis van sneeuw’, van monnik tot monnik, over alle seizoenen heen van het bestaan. We doen dat om niet te vergeten de berg schoon te maken en ervoor te zorgen dat de roofvogels – mijn broeders – niet stikken in de vodden van ons vorige bestaan.

 Slechts de wilg zal treuren. Vaak wordt bij ons gediscussieerd of een wilgeboom een ziel heeft of niet. Zijn bladeren vouwen samen  in de nacht, wat een bewijs is dat hij slaapt om te dromen van de sneeuw. En als je zijn bast afschraapt gaat de boom dood. Dat is de betekenis van het teken dat een wilg een ziel heeft. Want als je de ziel afschilt kom je uit bij de dood. Is de ziel een droom van de vleesetende vogel die in de boom wacht tot de sneeuw smelt en de stenen offertafels bloot komen waar vlaggen van lompen erop kunnen duiden dat de zinloze lijken van vorige levens nu al zwart zijn vergaan, uitgeschreven en uitgelegd ter wille van het voortbestaan van illusies? Voedsel is schaars. Boeddha heeft de oma-maan voor een pompoen gehouden.

De sneeuw begint weer te vallen als witte vleugeltjes uit de zwart wordende vlucht, om de hemel schoon te maken.


[Niet eerder gepubliceerd; met een assemblage van de auteur] © Breyten Breytenbach, oktober 2017