BENNO BARNARD - DE OMGEKEERDE WERELD of ORPHEUS MIDDELBAAR



Onderstaand toneelstuk vond ik terug in de onderwereld van mijn computer: het had tien jaar geen daglicht gezien.
                De omgekeerde wereld is een tragikomedie, meer komedie dan tragedie, nogal luchthartig bedoeld, ondanks de ernst van de oorspronkelijke mythe... hoe dat ook zij, een tekst die ik indertijd in opdracht van Het Toneel Speelt heb geschreven. De intendant wilde er van alles in veranderen en daar had ik geen zin in – uiteindelijk is het stuk nooit opgevoerd en ben ik maar half betaald. Sans rancune. Ik denk dat hij en ik gewoon om andere dingen lachten.
                In elk geval vond ik het jammer er nu weer niets mee te doen. Wie weet amuseert het gewrocht u wel, lezer, en de lectuur neemt niet meer dan een uurtje in beslag.

                – Benno Barnard


Orpheus
Eurydice
Eva
Thomas
Meneer Engerling
Koor (bandopname)
Eros (gespeeld door Thomas)
Furiën (gespeeld door Eurydice en Eva)
Hades (gespeeld door meneer Engerling)


EERSTE NACHT


KOOR
In deze verlaten bossen, Eurydice, zweeft je schaduw nog boven je graf.

ORPHEUS
Eurydice!

KOOR
Aanhoor zijn klacht, aanschouw de tranen die hij om jou vergiet.

ORPHEUS
Eurydice!

KOOR
Zie, o zie je wederhelft. Verdriet verscheurt hem.

ORPHEUS
Eurydice!

KOOR
Ontvloden vrouwe, keer terug naar je gade! Zijn smart jaagt op hem, hij is als buit, als een beest.

ORPHEUS
Ach, zwijg toch, metgezellen. Want jullie weeklacht maakt mijn hart nog droever. Breng jullie offer aan de beminde schaduw, bestrooi haar graf met bloemen, en trek jullie dan terug. Hier wil ik blijven, bij de bleke schaduw van de dood en klagen, klagen…

KOOR
O Orpheus…

EURYDICE
Orpheus? Hé! Je snurkt als een everzwijn!

ORPHEUS
Um… sorry…

EURYDICE
Hoeveel heb je nog gezopen toen ik er al in lag?

ORPHEUS
Ik was aan het dromen. Sorry. Het was raar. Een soort nachtmerrie. Er liepen allemaal mensen rond die ik kende en die zeiden dat je dood was. Maar op een ouderwetse manier.

EURYDICE
Ik was dood op een ouderwetse manier?

ORPHEUS
Nee, ze praatten ouderwets. Een soort zingen. Grote woorden over de bleke schaduw van de dood en zo.

EURYDICE
Maar ik was dus dood?

ORPHEUS
Blijkbaar wel. Het speelde zich allemaal af in een soort schemering, tussen bomen. En er was een graf. En daar scheen jij in te liggen.

EURYDICE
Weet je zeker dat het geen wensdroom was?

ORPHEUS
Ik was behoorlijk overstuur. Ik vroeg al die mensen bloemen op je graf te strooien. En iets met een offer. Jezus. Waar haal ik het.

EURYDICE
Schrijf er maar een gedichtje over. Ik ga wel naar de logeerkamer. Ik moet vroeg op.

ORPHEUS (alleen)
Wat een rotdroom. Wat een pathos. Wat een slechte smaak. Je zou je eigen dromen moeten kunnen herschrijven.

KOOR
Het grote woud van deze straten
is door Eurydice verlaten.

ORPHEUS
Dat klinkt al beter… eens zien… We vrijden nooit meer. En toch mis ik haar.

KOOR
De ziel van Orpheus viel in scherven
omdat Eurydice moest sterven;
hij sliep liefst in een vuilniszak
omdat zijn fles in stukken brak. 

ORPHEUS
Hum. Helemaal je dat is het toch niet.

KOOR
Zie, o zie je wederhelft. Verdriet verscheurt hem.

ORPHEUS
Ho, wacht! Die sentimentele onzin hebben we al gehad.

KOOR
Ontvloden vrouwe, keer terug naar je gade! Zijn smart jaagt op hem, hij is als buit, als een beest.

ORPHEUS
Zwijg!

KOOR
Kom, stil dit dodelijk verdriet!

ORPHEUS
Koppen dicht! Zwijgen!

Stilte

Zwijg alsjeblieft.

Stilte

Wat nu gezongen?




EERSTE DAG


ORPHEUS
Zo vroeg thuis?

EURYDICE
Hoe laat was jij op?

ORPHEUS
Ik heb afgrijselijk geslapen. Die droom…

EURYDICE
Da’s waar ook. Ik was dood. De whisky had me gedood in de schedel van mijn echtgenoot. Ik begin ervan te rijmen, terwijl dat toch zijn specialiteit is. Op den duur raak je als vrouw van een dichter besmet. Je werkt acht uur per dag als biologe in de dierentuin: terwijl de zon haar goud over de stad uitstort, hou jij je in het halfduister van het reptielenhuis met slangen en leguanen bezig, wat uitzonderlijk boeiende creaturen zijn, maar je hebt er niet veel aanspraak aan. Goed, het is een baan, je verdient geld, je hoeft je er niet voor te generen, ook al droomde je dan van een proefschrift en een academische loopbaan. Ondertussen ligt je man al dertig jaar zijn roes uit te slapen, een toestand die het gevolg is van zijn overdadige alcoholgebruik, waarvan hijzelf met enige overgave beweert dat het dient om zijn inspiratie gaande te houden. Wanneer je thuiskomt heeft hij met een beetje geluk een half gedicht geschreven. Om de twee jaar resulteert dat in een bundel die vijfhonderd mensen lezen. Een of andere krankzinnige filantroop heeft ooit bedacht dat onze samenleving hem daarvoor met een vaste werkbeurs van het letterenfonds moest belonen, want van duizend euro auteursrechten om de twee jaar koop je hooguit vijftig flessen whisky.   

ORPHEUS
Schatje, doe niet zo vervelend. Ik heb een mythische koppijn. Ja, ik beken: ik drink weleens een glas te veel, so godverdomme what. Ik ben geen onverdienstelijk dichter… Waar ben je trouwens?

EURYDICE (vanuit de keuken; in de hele navolgende dialoog praten beiden luidkeels)
In mijn natuurlijke habitat.

ORPHEUS
Wat eten we?

EURYDICE
Prak.

ORPHEUS
Lekker. Prak met vlees of prak met vis?

EURYDICE
Prak vegetarisch.

ORPHEUS
Prak met prak dus. Hoe maken de slangen het?

EURYDICE
Die eten witte muis.

ORPHEUS
De natuur is toch een nazi, vind je niet?

EURDYDICE
Jij bent tegen de evolutieleer.

ORPHEUS
Ik ben tegen de evolutiepraktijk. En geen wonder. Jij verklaart met je verdomde evolutieleer zelfs het feit dat ik gedichten schrijf vanuit… wat was het ook alweer…

EURDYDICE
Vogelgezang om het wijfje te lokken.

ORPHEUS
Precies. En zelfs als dat waar zou zijn, wens ik het met grote nadruk te ontkennen. Allemaal voortplanting en nazisme. Het is waar dat alle poëzie liefdespoëzie is, maar je kunt zoveel liefhebben, jou, de bomen, de straten, het leven zelf; wat dan ook. Ik zing omdat ik een zanger ben. Ik dicht omdat ik een dichter ben. Ik doe aan schoonheid in een wereld die van een oogverblindende lelijkheid is. Het is mijn roeping mensen te ontroeren. Luister je nog?

EURYDICE
Lul maar door. Ik sta uien te snijen. Dat is ook heel ontroerend.

ORPHEUS
Dat je op mijn lokkend gekweel zou zijn afgekomen, kan ik me op zichzelf heel goed voorstellen. Maar waarom is het dan zo’n hemeltergend ingewikkelde affaire geworden om je nu nog in mijn bed te lokken?

EURYDICE
Je snurkt. Je baltsroep zou subtieler kunnen.

ORPHEUS
Vroeger snurkte ik ook.

EURYDICE
We hebben kinderen. We hebben ons voortgeplant. Het dient nergens meer toe.

ORPHEUS
Wat is dat nu voor redenering? Als je enkel daarvoor diende, was je gewoon een vrouwelijk boerderijdier. Dan had ik je na het zogen van Eva gewoon kunnen slachten. Eva belde trouwens, dat zij en die Thomas morgen komen eten.

EURYDICE
Doe jij dan boodschappen?

ORPHEUS
De evolutie heeft je notabene het vrouwelijk orgasme geschonken. Dat blijft nog jarenlang functioneren, ook als je niet meer gemolken wordt. 

EURYDICE
Je komt niet eens meer klaar van de alcohol.

ORPHEUS
Ik ben gerijpt tot fijngevoeligheid. En ik vind je lichaam nog steeds prachtig. Ouder maar prachtig. Misschien zelfs des te prachtiger omdat het nu zoveel meer weet.

EURYDICE
Jij denkt ook alleen maar aan seks.

ORPHEUS
Wees blij! Moet ik dan soms zeggen dat je tieten vallen als gehangenen zodra je je beha losmaakt? Moet ik dan soms zeggen dat de beboste tweesprong tussen je dijen de ingang van de onderwereld is, die ik niet dan heel schroomvallig nader, in de wetenschap dat ik me een weg moet banen door het zilveren gordijn dat de spinnen in de loop der jaren voor je grot hebben geweven? Je bent beeldschoon! Ik wil met je naar bed!

EURYDICE
Kom je, schat? De prak is klaar.



TWEEDE NACHT


ORPHEUS
Kom terug, mijn schat, kom terug voordat de eerste zonnestralen tot de gekmakende schemering van dit woud pogen door te dringen! Wie zou me niet vergeven dat ik krankzinnig word… Mijn uitverkorene zal nooit mijn stem meer horen… Mijn vrouw! Mijn trouwboekje! Eurydice! Waar ben je toch? Eros, geef me mijn liefste terug! Het westen voert mijn eindeloos verdriet… of nee… het westen scheept mijn droefheid in en vaart de rand der aarde tegemoet… ja, dat is beter… Eurydice! Geen boom of jouw verlaten Orpheus kerft met een mes jouw naam in de natuur, zodat de lateren mijn liefde kunnen lezen, zoals ik lees dat Kees op 21 juni 1908 in het Vondelpark van Truida hield.

KOOR
Geen leven, geen losse gedachte,
geen fractie van een seconde
of de dood zit er opgewonden 
op jou en je buurman te wachten. 

ORPHEUS
Wowowo! Mijn buurman? Wat komt die hier doen?

KOOR
Hades, laat haar gaan,
of Orpheus komt eraan.

ORPHEUS
Wat doen jullie nu? Hou op met dat gerijmel!

KOOR
Hades, laat haar gaan:
Orpheus heeft hem staan.

ORPHEUS
Hou op! Stelletje dwazen, stom koor, Griekse homo’s, hoepel op! ARRGH!

EURYDICE
Orpheus, hé!

ORPHEUS
Wat, wat?

EURYDICE
Je bent lekker bezig… moet ik weer dood of zo?

ORPHEUS
Je was… ik zocht je, echt, ik vond het verschrikkelijk dat je dood was, echt waar, ik wou notabene je naam in de bast van elke boom uitkerven…

EURYDICE
Je zocht een boom om je van puur verdriet vanwege mij, je slangenbezweerster, aan op te knopen. Mag ik je gestotter zo interpreteren?

ORPHEUS
Precies, precies. Je kent toch die dromen waarin je weet dat je droomt, en waarin je probeert je droom een bepaalde richting uit te doen gaan?

EURYDICE
Ik droom niet. Dromen is onwetenschappelijk. 

ORPHEUS
Dat waardeloze koor begon met van die rijmpjes en ik wou daar iets beters van
maken, iets dichterlijkers, omdat ik me er in mijn droom bewust van was dat ik droomde en tegelijk dat ik dichter was… sorry, schat. Echt. Sorry. Ik was toch niet aan het snurken? Ik heb maar één glas gehad, bewust, heel bewust, ik wil niet dat je denkt dat ik… um…

EURYDICE
Het was erger dan snurken. Je praatte, of liever gezegd, je schreeuwde… je maakte een leven als een oordeel. Over Hades en over de buurman…

ORPHEUS
Over meneer Engerling? Dat bestaat niet. Er staat me wel iets bij over Eros…

EURYDICE
Hoe verrassend. Een natte droom waarin ik dood ben. Zo zou je me natuurlijk het liefste hebben, dat is het ideaal van elke echte man: een vrouw met wie je kunt neuken en die voor de rest dood is. Necrofilie zou een oplossing kunnen zijn, ware het niet dat je dan telkens een vers lijk nodig hebt, want wanneer de rigor mortis eenmaal ingetreden is, krijg je je eigen stukje rigor mortis er met geen mogelijkheid meer in. 

ORPHEUS
Schatje, doe niet zo vervelend.

EURYDICE
Vooruit dan maar. Ik zal maar weer in het logeerbed gaan liggen.

ORPHEUS
Sorry, lieverd. Sorry. Hé, kom hier, kusje…

EURYDICE (kust hem op de wang)
De verontschuldiging is de maîtresse van het geweten.



TWEEDE DAG
 


EVA
Hoi, pap. Dit is Thomas.

ORPHEUS
Dag Thomas. Ik ben Orpheus. Leuk je te leren kennen. (Knipoogt) Als je mijn dochter niet voortijdig zwanger maakt tenminste.

THOMAS
Uh… dat was ik niet van plan, meneer.

EVA
Maak niet van die stomme grapjes, pap. Waar is mam? Nog niet terug uit Artis?

ORPHEUS
Jawel, jawel, ze is in haar natuurlijke habitat. (Tot Thomas) De keuken, snap je wel. De vrouw die kookt, ook de geëmancipeerde vrouw die kookt, bevindt zich in de ruimte die haar indertijd door de vroege beschaving is toegewezen. Ik zweer bij keizer Wilhelm van Duitsland… ken je keizer Wilhelm van Duitsland?

THOMAS (verward)
Ik dacht dat Duitsland… Duitsland heeft toch een president? 

ORPHEUS
Tuurlijk, tuurlijk, maar vroeger had je keizer Wilhelm, honderd jaar geleden, voor Hitler nog… Hitler die ken je, hè… en keizer Wilhelm zwoer bij K.K.K. voor de vrouwen… Weet je wat dat is?

EVA
Pap, hou je kop. Mam? Hallo? We zijn er!

THOMAS
Uh… de Kukluxklan?

ORPHEUS
Ook, ook. Maar in dit geval bedoelde keizer Wilhelm iets anders, namelijk Kinder, Küche, Kirche. Dat betekent kinderen, keuken, kerk. Dat was het domein van de vrouw. Toentertijd althans.

THOMAS
In Duitsland?

ORPHEUS
Overal, mijn jongen. Overal. En dat komt doordat de vroege beschaving…

EURYDICE
Oh, mijn god, is hij weer bezig? Dag, jij moet Thomas zijn. Leuk dat je er bent. Ik
heet Eurydice. Let maar niet op mijn man, die is stapelgek. Een dichter, je weet wel.

EVA
Een romantische dichter, ook dat nog.

ORPHEUS
Èn romantisch èn dichter. Dat is de manier van mijn dochter om twee keer te zeggen dat ik niet kan nadenken.

THOMAS
Ik… Eva zei me dat u gedichten schreef…

ORPHEUS
Je. Dat je gedichten schreef.

THOMAS
Ik hou best wel van poëzie.

EURYDICE
Evaatje, schenk jij ons allemaal iets te drinken in? (Iedereen gaat zitten.) Wat studeer je, Thomas? En wat drink je?  

THOMAS
Nederlands. Een pilsje alstublieft. Maar ik doe taalkunde.  

ORPHEUS
Voor mij een spaatje, schat. Dus je concentreert je niet op de muziek maar op het instrument.

EVA
Niet op de lyriek maar op de lier.

ORPHEUS
Hé, je pikt mijn tekst!

EVA
Dat komt uit de grote citatentrommel van mijn vader. Dat zegt hij altijd over
taalkundigen, critici en bij uitbreiding over wetenschappers en iedereen die het niet met hem eens is.

EURYDICE
Zoals wij. Witte wijn alsjeblieft.

THOMAS
Ik heb, eh… een gedicht van u gelezen, maar ik, eh… ik begreep het niet zo goed. Ik bedoel niet dat het slecht was of zo…

EVA (terwijl ze glazen serveert)
Maar hermetisch! Zo duister als het binnenste van git. Citeer ik je goed, pap?

ORPHEUS 
Proost. Op Eva’s aanwinst.

Ze klinken

We klinken. Dat is een goed ding in het gezin van een dichter, klinken. Op Thomas. Op Eva. Op ons. Op de uitbreiding van ons gezinnetje. Op gezonde kleinkinderen om paardje te rijden op mijn knie. Ook dat onschuldige kinderrijmpje is hermetischer dan je zo op het eerste gezicht zou denken. Zo gaat een damespaard, zo gaat een herenpaard, en zo gaat een boerenknol… De knie die het ritme maakt, wrijft langs het tussenbeense van de jeugdige ruiter en wekt zo de allervroegste erotische gevoelens op. Je hebt een teer punt aangeraakt, Thomas. De meeste mensen begrijpen inderdaad geen snars van de moderne poëzie, en toch is alle poëzie liefdespoëzie. Liefde voor een vrouw, liefde voor straten, bomen, huizen, liefde voor het leven, liefde voor wat dan ook. Het is de roeping van ons, dichters, mensen te ontroeren. Maar ons probleem is dat we niet meer zo onbevangen kunnen dichten als vroeger. Poëzie, dat is…

EURYDICE
Vogelgezang om het wijfje te lokken.

EVA
Maar vroeger begrepen de wijfjes tenminste wat de mannetjes floten. Hé, lekker stuk, wat heb je mooie veren aan.

EURYDICE
En daar trapten we dan in.

EVA
Waar je uit af kunt leiden dat mijn vader ooit gedichten heeft geschreven die mijn
moeder begreep. Die ze mooi vond. Mooi genoeg om mijn eitje te leggen.

ORPHEUS
Welk gedicht heb je gelezen?

THOMAS
Dat weet ik niet meer. Iets met… het zuiden van je lichaam? Kan dat?

ORPHEUS
O dat. Zo hermetisch is dat anders niet, hoor. Eurydice begreep het heel goed. Vooral van dat zuiden. Zal ik het ’s voorlezen?

EURYDICE en EVA
Néé!

THOMAS
Als je… als je dat zou willen doen…

Stilte

EURYDICE
Ik heb dus een sort prak gekookt… Hou je van prak, Thomas?

THOMAS
Ik vind alles lekker, mevrouw.

EURYDICE (slaat haar arm om hem heen)
Eurydice. Ik vind alles lekker, Eurydice. Je wil toch niet dat ik me oud voel naast mijn mooie dochter?

ORPHEUS (heeft een boek gepakt)
Hier heb ik het. Het heet ‘De dichter bedrijft de liefde’.

Hij leest het gedicht langzaam en met zachte stem voor

In de oude landstreek van zijn liefde
staat kreunend de herfsteik; over de knarsende
vruchten schuifelt zijn stap; achter hem waait het

licht uit – aan de einder verheft zich alreeds
de tumulus uit een toekomstige bronstijd.
Een karrenspoor, spiegelend van de regen, volgt

de moeizame zwerver. Modder dan voort
over de blote heuvels, tot je in de schemering
op een bosrijke tweesprong haar huis vindt.

Je hemd zal drogen in haar gouden schijnsel;
gebraden duif wiekt verheugd op je mond af
en weldra veeg je het vet van je lippen.

De stand van de sterren boven je hersens
verandert – onder het sidderen van de gebieden
waar jij je bevindt als een vreemde –

in de Beer met de bloedende voorpoot,
die in de val van de moderniteit is getrapt.
Na een eon of zo plengt de lome wijnstok zijn vrede.

Deze vergezichten ontwaart hij met ogen vol
laaiend water, nu hij doodsblij afreist
naar het zuiden van haar lichaam.  

Tamelijk lange stilte

THOMAS
Dat was… dat was prachtig. Vond je niet, Eva?

EVA (bijt op haar lip)
Ging wel.

ORPHEUS
Dank je.

THOMAS
Alleen dat van die tumulus begreep ik nog steeds niet goed. Wat was dat nou ook alweer? Ik heb het toen opgezocht.

ORPHEUS
Een grafheuvel. Iets uit de oudheid.

THOMAS
Maar wat bedoel je dan met die toekomstige bronstijd?

ORPHEUS
Wat bedoel ik… waarschijnlijk dat ook onze beschaving over duizend jaar een soort bronstijd zal lijken. Ik weet het ook niet goed. Het stond er ineens toen ik dat gedicht opschreef.

THOMAS
Ah. Zo.

EURYDICE (die in haar ogen heeft staan wrijven)
Bronst-tijd. Dat bedoelt hij.

ORPHEUS
Het is al een oud gedicht. Heel oud. Ik moest Eurydice nog… ze gebruikte toen… ze gebruikte Beer als koosnaampje…

Slaat zijn handen voor zijn ogen



DERDE NACHT


ORPHEUS
Eros?

EROS
Dezelfde. Je bent van mij en stof gemaakt. Terzake. Ik heb gelukkig stemmend nieuws: Hades voelt een begin van medelijden. Daal af naar de verschrikkelijke stranden van de Lethe; daal af naar de rivier van de vergetelheid. Daar treurt ze nu, je onvergetelijke vrouw, want je vergeten kan ze niet: ze drinkt niet van dat water voor de zwakken. Ga en betover de benedenwereldheer, betover Hades met je poëzie. 

ORPHEUS
En valt ze dan weer in mijn armen? Is het dan zo eenvoudig? Een liedje en het meisje is van mij?

EROS
Wel op een voorwaarde. Draai je niet om voor je weer in de bovenwereld bent. Verlies je in de draaikolk van die ogen niet voor je het licht weer ziet, de aarde, bomen, huizen en auto’s. Of anders is ze Hades’ bruid voorgoed. Weet wat je doet. Voor Hades ben je maar een oorwurm, maar een luis, o Orpheus, Orpheus, Orpheus…

EURYDICE
Orpheus!

ORPHEUS
Um?

EURYDICE
Lig ik nog in mijn tumulus?

ORPHEUS
Ik um… ik was weer aan het snurken… of aan het dichten of zo…

EURYDICE
Meer aan het kreunen deze keer. Je lag te een beetje te kreunen tegen Eros.

ORPHEUS
Echt? Tegen Eros? Wat zei ik dan?

EURYDICE
Je was erg moeilijk te verstaan. Wat moet zo’n Eros wel niet denken van een dichter die niet eens kan articuleren? Of die dwangmatig zijn eigen naam ligt te noemen? Was het een masturbatiedroom of zo?

ORPHEUS
Dat krijg je nu van de hele avond spa drinken. Eros, Eros… Hij leek een beetje op de vrijer van Eva…

EURYDICE
Best een knappe jongen, die Thomas. Wil je homo worden op je ouwe dag?

ORPHEUS
En hij zei dat ik je bij de dood kon komen afhalen. En hij waarschuwde me ook nog voor iets, maar wat ben ik vergeten.

EURYDICE 
Wat vond je van Thomas?

ORPHEUS
Aardig. Beetje bedeesd.

EURYDICE
Ik hoop voor haar dat hij niet zo bedeesd is in bed.

ORPHEUS
Hè? Wat zeg je nou? Denk je dat ze…

EURYDICE (proest het uit)
En dat zeg jij!

ORPHEUS
Ze is negentien!

EURYDICE
Ze is geslachtsrijp, hoor.

ORPHEUS
Het is mijn dochter! Het is nog een kind!

EURYDICE
Met de vorige drie vriendjes kroop ze ook al tussen de lakens, schat.

ORPHEUS
Wat? Daar hebben jullie nooit iets van gezegd! Dus jij beweert dat ze al drie jaar lang allerlei jongemannen het, eh… het offer van hun lusten laat brengen in de blanke tempel van haar lichaam?

EURYDICE
Als je daarmee bedoelt dat ze seks heeft: ja. Maar als je bedoelt dat ze zelf geen lage lusten heeft: nee.

ORPHEUS
Het is nog zo’n kind… En ik zeg nog voor de grap tegen hem dat hij haar niet zwanger moest maken….

Stilte

En dat terwijl jijzelf, een volwassen, getrouwde vrouw, nooit meer zin hebt. Het is de omgekeerde wereld.

EURYDICE (kust hem op de wang)
Trek het je niet aan, schat. Het is maar biologie. Als je me nodig hebt… ik ben in de logeerkamer.

ORPHEUS (strekt zijn handen naar haar uit)
Ik heb je nodig.

EURYDICE
Niet daarvoor.

ORPHEUS
Ik snap je niet. Je bent de hele dag met slangen bezig, maar mijn slang wil je niet meer bezweren. Elke slang zoekt toch zijn fakir? En de mijne heeft zelfs geen giftanden.

EURYDICE
Je bent plotseling wel erg geïnspireerd door die prille liefde van je dochter.

ORPHEUS
‘Ik vind alles lekker, Eurydice.’

EURYDICE
Truste.

ORPHEUS
Hoe moet dat nu verder?

EROS
Draai je niet om voor je weer in de bovenwereld bent. Verlies je in de draaikolk van die ogen niet voor je het licht weer ziet, de aarde, bomen, huizen en auto’s. Of anders is ze Hades’ bruid voorgoed. Weet wat je doet. Weet wat je doet…

ORPHEUS
Wat een subtiele marteling! Wat een ragfijne tortuur! Eerst verlies je je geliefde aan de dood, dan keert ze terug, maar mag je haar in de verrukking van het ogenblik niet aankijken, zodat de verrukking een nieuwe kwelling wordt – en zij begrijpt niet waarom je haar, die terugkeert uit de dood, niet eens omhelst… dat is wel de wreedste kwelling van allemaal…

Stilte

Ongeluk is zwaar. Maar geluk is nog zwaarder.



DERDE DAG


ORPHEUS (voor de computer)
Wat hebben we hier? ‘Blonde huisvrouw met hangtieten’… ‘Moedertje speelt met roze dildo’… Dildo, dildo, waarom geen Gelderse rookworst… (sarcastisch) Ik vind alles lekker, Eurydice…

MENEER ENGERLING
Hallo? Iemand thuis?

ORPHEUS
Schatje? (draait zich om) Buurman! Meneer Engerling… waar komt u… ik dacht dat mijn vrouw… secondje alsublieft (klikt de pornosite weg) 

MENEER ENGERLING
U moet niet zo schrikken van een oude man. Ik kwam gewoon een praatje maken. Op mijn leeftijd duurt de dag lang, weet u.

ORPHEUS
Ga zitten, ga zitten. 

MENEER ENGERLING
Koffie zou lekker zijn. Helaas verdraagt mijn maag geen koffie meer.

ORPHEUS
Wilt u iets anders?

MENEER ENGERLING
Doet u geen moeite. Ik zoek maar een paar minuutjes verpozing. Een menselijke stem om de middag in twee stukken te breken. Ik zet bij het opstaan altijd de televisie aan, maar die is niet te harden. En op de radio hoor je alleen maar popmuziek. Die geluiden stijgen volgens mij rechtstreeks uit de onderwereld op. Zag ik nu een blote dame op dat scherm? Zo midden op de dag? Misschien is dat iets om de tijd een loer te draaien. Weet je, voor de oorlog had je distributieradio. Daar luisterde ik als jongeman wel naar. Alleraardigste ballroommuziek en dergelijke, muziek met een melodietje erin. Muziek zonder melodie is voor mij als een gedicht zonder rijm. U rijmt ook niet vaak, is het wel? Nu, het is natuurlijk een vrij land. Toen het geen vrij land was, waren de nationaal-socialisten hier de baas. Wat een onaangename mensen. Enfin. Wat ik zeggen wou. Voor de oorlog leerde ik mevrouw Engerling kennen.

ORPHEUS
Mevrouw Engerling.

MENEER ENGERLING
Toen nog niet. Toen ik mevrouw Engerling leerde kennen, was ze nog niet met mij getrouwd. Dat zult u begrijpen. Ik leerde haar kennen in een music-hall aan het Leidseplein. Ze was daar met enkele vriendinnen. Keurige meisjes. Zij was ook een keurig meisje. Mijn vrouw. En ook voor ik met haar trouwde, was ze een keurig meisje.

ORPHEUS
Mevrouw Engerling.

MENEER ENGERLING
Mevrouw Engerling. Ze speelden daar alleraardigste muziek. Ballroommuziek en dergelijke, muziek met een melodietje erin. En ik had de euvele moed dat keurige meisje aan te spreken. Ze droeg een roze japon, herinner ik me. Van dat bleke roze. Bijna de kleur van haar huid.

ORPHEUS
Vleeskleurig.

MENEER ENGERLING
Huidkleurig. De kleur van de huid van mevrouw Engerling. Roze. Bleek roze.

Stilte

ORPHEUS  
Is mevrouw Engerling al lang dood?

MENEER ENGERLING
Mevrouw Engerling is niet dood.



VIERDE NACHT


Melodie van ‘Ne me quitte pas’ van Jacques Brel weerklinkt

FURIËN
Dit is de omgekeerde wereld. Gedichten zijn niet welkom, sterveling. Van
doodsangst valt je menselijk verstand uiteen.

ORPHEUS
Heb medelijden, dames.

FURIËN
Nee!

ORPHEUS
Denk aan mijn arme vrouw.

FURIËN
Boe!

ORPHEUS
Toe, alsjeblieft.

FURIËN
Nee!

ORPHEUS
Ik mis haar warme lijf. Ik ben een man. Zij is een vrouw. Waarvoor is deze hele toestand nodig? Waarom moet ik staan smeken, bedelen en zingen om mijn eigen vrouw te mogen omhelzen?

FURIËN
Nee! Nee! En nog ’s nee!

ORPHEUS
Waarom behandelt het tegenoverliggende geslacht mij als een ongelikte beer?

FURIËN
Je snurkt!

ORPHEUS
Alleen als ik gedronken heb.

FURIËN
Je trekt je af bij porno op het internet!

ORPHEUS
Haar kan dat weinig schelen, hoor. Dan is de drang om haar lastig te vallen wat minder nijpend.

FURIËN
Je bent een man.

ORPHEUS
Dat is zo. Ik behoor tot een abjecte soort, die zijn vrouw aanrandt en de aarde verkracht. De aarde is mijn moeder en ik verkracht haar. Maar niet persoonlijk. Ik dien de schoonheid. Ik ben een dichter. Ik ben betrekkelijk zachtmoedig…

FURIËN
Je hebt geen andere bedoeling met je vogelgezang dan een wijfje te verleiden. Daartoe dient al jouw esthetica en nergens anders toe. Je bent behalve een aanrander en een verkrachter ook nog een hypocriet.

ORPHEUS
Hebben jullie enig idee hoe hulpeloos wij ons tegenover jullie voelen? Wat we ook zeggen of doen, jullie weten het altijd zo uit te leggen dat we agressief zijn, op niets
anders belust dan het zacht glooiende gezelschap van jullie naakte lichaam. Zijn jullie dan vergeten hoe het was om jong te zijn? Zijn jullie dan onbekend met de tragedie van het ouder worden? Kennen jullie dan geen heimwee naar de tederheid van hand in hand in slaap vallen? Van samen als lepeltjes in bed liggen, zo zoet als kleine kinderen? Niet alles is seks voor ons… (schrikt) Buurman…
onderbuurman…

HADES
U moet niet zo schrikken van een oude man. De naam is Hades.

ORPHEUS
Hades…

HADES
Dezelfde. Ik kwam gewoon een praatje maken. Op mijn leeftijd duurt de eeuwigheid lang, weet u.

ORPHEUS
Wilt u… wilt u een liedje horen?

MENEER ENGERLING
Doet u geen moeite. Ik zoek maar een paar minuutjes verpozing. Een menselijke stem om de nacht in twee stukken te breken. Ik zet bij het opstaan altijd de televisie aan, maar die is niet te harden. En op de radio hoor je alleen maar popmuziek. Hoorde ik u nu over een blote dame praten? Zo midden op de dag? Misschien is dat iets om de eeuwigheid een loer te draaien.

ORPHEUS
Mijn vrouw is bij u. Ze heet Eurydice. Ik heet Orpheus.

HADES
Eurydice. Stervelinge. Orpheus. Sterveling.

ORPHEUS
Ik ben dichter. Ik hou van haar. Ik mag wel zeggen: zielsveel. Ik ben haar kwijt, maar ik wil haar terug. Alstublieft… Wilt u misschien iets chansonachtigs horen, iets met een melodietje erin? En rijm? Ja, rijm, u wil vast en zeker rijm…

Melodie van ‘Les désespérés’ van Jacques Brel weerklinkt

We grijpen elkaars hand waarin de stilte weegt,
we zijn in grijze steden door de regen uitgeveegd…

HADES
Ga door.

ORPHEUS
De liefde helpt, al is zij maar narcose.
We huilen elkaars naam als laatste diagnose.
De stilte maakt ons radeloos…

HADES
Beter dan popmuziek in elk geval.

ORPHEUS
Wilt u nog iets anders horen? Iets grappigs?

Melodie van ‘Vieillir’ van Jacques Brel weerklinkt

De dood onder het vozen
tussen twee dikke borsten,
de dood onder het lozen
in ’t gat waarnaar je dorstte.

HADES
Nee, dat is niks. Cynisch ben ik van mezelf al genoeg. Geworden. Maar u wilt dus uw vrouw terug. Teruggeven is niet gebruikelijk in deze business, maar ik ben tenslotte geen nazi. Ik wil met u een kleine weddenschap aangaan. U geniet de reputatie met uw lyriek wilde dieren zachtmoedig te kunnen stemmen, nietwaar? 

ORPHEUS
Dieren worden rustig van mijn stem. Ik was eens met mijn vrouw in Artis… ze werkt daar, bij de slangen…

HADES
Mijn favoriete dieren. Indertijd werkte er eentje voor me in een tuin… maar dat is een ander verhaal. Ik heb u onderbroken.

ORPHEUS
We stonden bij het leeuwenterras en de zon scheen en ik zei zomaar tegen haar dat ik van haar hield, als een verliefde puber, want ik word om de haverklap opnieuw verliefd op haar, en toen stonden al die leeuwen daar met hun kop schuin omhoog naar ons te kijken…

HADES
En bomen worden ook week?

ORPHEUS
Die ene oude boom in onze tuin tenminste. Als ik op een zomeravond een net voltooid gedicht voorlees aan mezelf en aan de tuin, pleegt het gezwatel van de blaadjes inderdaad in een soort instemmend gelispel over te gaan…

HADES
En zelfs het binnenste van stenen?

ORPHEUS
Dat is moeilijker te controleren. Misschien die ene keer, toen we op Sicilië vakantie vierden en de Etna uitbarstte…

HADES
Goed. Dit is onze weddenschap. U beweegt mijn binnenste, meneer Sterveling, en ik laat uw vrouw gaan.

Stilte

ORPHEUS
Ik… Goed dan.

Hij reciteert langzaam en met zachte stem

Ik woon al duizend jaar bij jou
op de bloeiende kale aarde,
maar mijn keel schraapt liefdesliedjes
die mijn hart voor je bewaarde.

HADES
Meneer Sterveling? Het hoeft niet te rijmen.

ORPHEUS
O… ik… u moet me niet kwalijk nemen dat ik tamelijk zenuwachtig ben…
tenslotte gaat het om het leven van mijn vrouw. Ik herinner me opeens alleen maar fragmenten. En u moet weten dat je ook als dichter de rijmende het makkelijkste onthoudt…

HADES
Neem uw tijd.

ORPHEUS (zenuwachtig maar al gauw rustiger)
’s Nachts viel een oranje
gloed van haar kastanje-
bruine haar op mijn kussen
en was niet te blussen.

Van verre komen
nu haar ijle tonen.
Ze zingt van een vogel,
maar ik kan niet volgen.

Het wordt kouder.
De avond valt er,
berooft de weide
van kleur en wijdte.

Ik lig te sterven
en nader sterren.
Venus komt dichter,
alles wordt lichter.

HADES (zacht)
Alles wordt lichter…

ORPHEUS
Er zaten nog een paar rijmen in. Neemt u me niet kwalijk.

HADES
Het geeft niet.

ORPHEUS
Je wilde zo graag liefhebben met een hartstochtelijk verstand
en denken met de klanken van een onverklaarbaar vers.
Je bent het riet dat juni leegzuigt tot de kers,
zoals de avond buiten de rivier opdrinkt.

HADES
Het is…

ORPHEUS
Het zijn fragmenten, het zijn maar fragmenten! Ik schoor mijn leven met fragmenten! Ik moet het binnenste bewegen van klokken, vrouwen, schelpen, stenen, intellectuelen en van de dood die in mijn lege hoofd bonst… moet nu mijn ogen opslaan naar je blauwe ogen, want iemand moet dat doen en ik ben iemand, dat doen nu het nog kan, nu nog, nu nog… (zijn stem breekt)

HADES (alsof hij pijn heeft)
Mijn steen… mijn steen…

ORPHEUS (in trance)
Liefste, je armen om mij heen als water,
warm water uit de bronnen van de tijd,
je stroomt voorbij, je zult me nooit verlaten,
mij nooit verlaten, maar je stroomt voorbij.

Je ogen zijn de oevers van je wezen,
je mond is een dorp aan de overkant.
Ik lig languit, ik lig vogels te lezen,
geliefkoosd door de golfslag van je hand. 

Kuitschieten, wortelschieten, vissen schrijven,
nestelen in de bomen van de slaap.
Liefste, het water moet mij onderwijzen
dat alles in de liefde overgaat,
want wij kunnen nooit de tijd verdrijven,
het is de tijd die ons gelukkig maakt.

KOOR
Hij kan haar, nu ze dood is, niet teleurstellen.

Lange stilte

HADES (met zijn handen voor zijn ogen)
Mijn steen… mijn kloppende steen….

ORPHEUS (schreeuwt het uit)
ER NEUKT EEN HOGE NAZI IN DE LIEFDESPOEZIE! ER… ER… (huilt) EURYDICE!

Stilte, hij komt langzaam bij zinnen

Eurydice? Waar is Eurydice? Wat heb je met Eurydice gedaan? O ja, de logeerkamer… ze is in de logeerkamer gaan slapen… ze is preventief in de logeerkamer gaan slapen…



VIERDE DAG
 


EURYDICE
Orpheus? Ben je thuis?

ORPHEUS (zet de computer af; hij heeft een glas witte wijn in de hand)
Schatje? Hoe was het met je slangen?

EURYDICE
O goed. Het wijfje van Hendrik is dood.

ORPHEUS
Hendrik?

EURYDICE
Herinner je je dat paartje netpythons nog? Het mannetje is Hendrik.

ORPHEUS
En wie is er dood? Ik bedoel, hoe heette ze?

EURYDICE
Isabel.

ORPHEUS (vult een glas voor Eurydice)
Het arme kind.

EURYDICE
Sinds wanneer drink jij witte wijn?

ORPHEUS
Ik lust enerzijds wel een druppel alcohol, maar anderzijds wil ik niet meer snurken. Eigenlijk wil ik vooral dat je terugkomt uit de logeerkamer.

EURYDICE
Dan zul je toch moeten ophouden met dat nachtelijke gedoe en geroep.

Stilte

ORPHEUS
En waaraan is Isabel gestorven? Doodgeknuffeld door Hendrik?

EURYDICE
Een mensenbeet.

ORPHEUS
Sorry?

EURYDICE
Wij kunnen sterven aan een slangenbeet, zij aan een mensenbeet.

ORPHEUS
Een mensenbeet… Alle sympathie voor de weduwnaar en de slang in het algemeen, maar overdrijf je niet een beetje met je inlevingsvermogen?

EURYDICE
Ik bedoel alleen maar dat ze is gestorven aan een onbekende slangenziekte.
Althans, ik heb nog nooit zoiets raars gezien. Het lijkt nog het meeste op een of andere psychosomatische aandoening bij de mens…

ORPHEUS (sarcastisch)
Ze was depressief.

EURYDICE
Hoe idioot het ook klinkt… ik denk het, ja. Ze kwijnde weg zonder enige aanwijsbare oorzaak. Ze legde ook geen eieren.

ORPHEUS (schenkt zichzelf bij)
Die arme Isssabel kon geen kindjes krijgen… en ze was al zo ontevreden in haar dure terrarium, met een echtgenoot die nooit tijd voor haar had. Natuurlijk vind ik je nog aantrekkelijk, ssschatje, lispelde Hendrik in haar oortje. En koken deed ze ook niet graag, die witte muizen hangen me echt de strot uit, Hendrik, en ze hàd een boel strot…

EURYDICE
Haha.

ORPHEUS (leegt zijn glas)
En dan het drama van haar onvruchtbaarheid. Alles, echt àlles hadden ze geprobeerd, kunstmatige insssseminatie, in vitro, de hele rotzooi, maar niks hielp… En terwijl zij hem een reusàchtige lul begon te vinden (strekt zijn armen), kon hij zich volstrekt niet meer herinneren waarom hij haar ooit aantrekkelijk had gevonden… Hij keek naar haar en kreeg zichzelf met de beste wil van de wereld niet meer stijf. En een blow job zat er ook niet in, dat had ze altijd al vies gevonden, zo’n heel end vent…

EURYDICE
Hoeveel heb jij al op?

ORPHEUS
Ik heb niks op. Twee glazen. Ik ben niet dronken. Ik leef me in het lot van die arme
Hendrik met zijn frigide wijf in. Wat is trouwens het verschil tussen een dooie en een levende slang? Ze zijn toch sowieso koud?

EURYDICE
Lul.

ORPHEUS
En dan te bedenken dat wij dat soort problemen niet eens hebben, schat. Jij hebt wel je eitje gelegd en Eva uitgebroed. Ik heb je nooit verwaarloosd, schat. En toch behandel je mij…

Hij snuit zijn neus

EURYDICE
Als je maar niet zo veel zoop, Orpheus. Als je nu maar ’s hulp zocht.

ORPHEUS
Je haat me. Ik ben een slecht mens.

EURYDICE
Je bent geen slecht mens. Overdrijf niet zo. Je bent… (bijt op haar lip)

ORPHEUS
Een goed mens.

EURYDICE
Ja.

Stilte. Orpheus heeft zijn gezicht in zijn handen verborgen

EURYDICE
Schat? Gaat het?

ORPHEUS
Ja. Ik ben alweer ontnuchterd. Ik moest aan iets denken. Wist jij dat lyrische dichters gewoonlijk een koud hart hebben? Dat is zelfs bijna een voorwaarde. Volmaaktheid in de kunst verwerf je pas in ruil voor zo’n gebrek.

EURYDICE
Dat is toch onzin.

ORPHEUS
Dichters, echte dichters, schatje, schrijven hun meest welluidende liefdesgedichten als ze helemaal niets voelen voor een vrouw. Ze mogen niks voelen, dat is een conditio sine qua non. Als je wel iets voelt, verval je in pubergestamel. Voor een goed gedicht moet je alleen iets taligs voelen. De taal is je minnares. Niet je vrouw. Echte dichters spelen permanent en principieel en ongeneeslijk overspel. Gelukkig de vrouw die met een onpoëtische man is getrouwd! Wij, verdomde dichters, verdomde uitverkorenen, wij zijn koudbloedig. Wij zijn net als slangen. Proef! zei de slang in het Paradijs tegen de eerste vrouw. Proef! zeggen wij, huichelaars, rotzakken, lyrische dichters, tegen alle vrouwen sinds die tijd. Wij zijn door de duivel bedacht om jullie het hoofd op hol te brengen. Proef van de liefde, proef van het leven, het volle, sappige leven… al dat gelul! Wij zijn slangen! Jullie zouden ons de kop moeten vermorzelen, zoals de Bijbel jullie aanbeveelt!

EURYDICE
Jij hebt geen koud hart. Integendeel.

ORPHEUS
Daar zeg je zoiets. Inderdaad. Dat is de andere mogelijkheid die ik heb overwogen. Dat ik wèl een warm hart heb. Dat ik warmbloedig ben. Dat ik een lieve, aardige man ben. Een man van warm vlees en warm bloed.

EURYDICE
Dat ben je ook.

ORPHEUS
Maar weet je wat daar de verschrikkelijke, ondraaglijke consequentie van is?

EURYDICE
Dat je altijd seks wil?

ORPHEUS
Dat ik geen dichter ben! Dat ik een knoeier ben! Een mislukkeling!

EURYDICE
Je bent geen knoeier. Je hebt mij toch gekregen?

ORPHEUS
Ook al zou dat nu nog steeds waar zijn, dan nog was ik een mislukking. Wij dichters zijn allemaal mislukkelingen. Ik kan zingen wat ik wil, maar geen enkele leeuw is zo STOM om mijn voordracht te beluisteren en dan op zijn rug te gaan liggen en zich lekker te laten krieuwelen door de vingertjes van zo’n smakelijk, mollig mensenkindje, of is zo STOM om een ocharme o zo schattig oelepoele lammetje naast zich te dulden zonder de bout uit de wollen verpakking te rukken! Want dat is die evolutie waar jij bij zweert! Dat de leeuw het kleine kleine kleutertje opvreet! Dat de leeuw het lieve zachte speelgoedbeest verscheurt! DAT KAN IK NIET VERHINDEREN! Ik sta machteloos tegenover de dood. Hoor je me? Machteloos…

EURYDICE
Je geeft de mensen toch iets moois?

ORPHEUS
Die duizend mensen die weleens een dichtbundel kopen? Die vijftig mensen bij een lezing? Wat voor nut heeft dat nu in hemelsnaam? Als ze al ontroerd raken, als ze al gesticht huiswaarts tijgen, wat betekent dat in de gekmakende, inktzwarte, onverlichtbare duisternis van alles? We gaan dood! WE GAAN DOOD, SCHAT. Dichten helpt niet. En de wind mag zwatelen wat hij wil in de bladeren van de oude boom in onze tuin, en wanneer ik al verzen prevelend mij door de dreven van dit aardse koninkrijk voortsleep, mag hij zijn wortels al lostrekken en mij volgen zoals een tam huisdier zijn baasje volgt, door de keuken, door de voordeur, de straat op, de stad uit, de einder tegemoet, maar los van de vraag hoe die boom dat doet, Eurydice, en hoe hij door de keukendeur binnenkomt en door de voordeur weer buiten, en los van alle commotie die dat zou veroorzaken… die boom is een idioot als hij mij volgt, want ik heb hem niks te bieden. De boom die mij volgt zal verdorren. En wat was mijn derde bovennatuurlijke kunstje ook alweer? O ja, stenen. Mijn lierzang beweegt het binnenste van stenen. Ja, vast. Ooit, ooit heb ik dat heel misschien zelf even geloofd, toen we op Sicilië waren en ik de halve vakantie zat te schrijven, en verdomd, we maakten een uitbarsting van de Etna mee… Alsof mijn aangrijpende regels het binnenste van die hele berg in lava hadden veranderd… Metaforen, schat! Het zijn allemaal maar metaforen. Poëzie speelt niks klaar. Hoor je me? Er gebeurt nooit ofte nimmer iets dankzij poëzie. Kunst kan niks. Het enige wat gebeurt, het enige vermogen dat ik althans ooit heb bezeten, is het vermogen om vrouwen te verleiden. Meer bepaald jou tussen de lakens zingen. En ik doe er niet ironisch over. Dat wàs magisch. Dat was… in zekere zin gingen we toen niet dood. Maar dat vermogen ben ik kwijt. Dat aardse vermogen ben ik kwijt. Dat menselijke vermogen ben ik kwijt.

Ze drinken wijn en zwijgen  
 
EVA
Pap? Mam? Is het crisis of zo? Jullie zitten hier zo innig samen maar niet heus? Wat voor wijn is dat? Mag ik een glas? Groetjes van Thomas trouwens, hij vond het hartstikke gezellig bij jullie, en hij is behoorlijk onder de indruk van je gedichtjes, pap… en o, mam, hij vindt jou nog best aantrekkelijk voor je leeftijd, maar dat mocht ik niet tegen je zeggen… Zeg, waarom zeggen jullie niks?

ORPHEUS
De slang van je moeder is dood. De mamaslang. Behalve dat ze nooit mama is geworden dan. Het wijfje. De python. Dinges. Isabel.

EVA
Waar heeft hij het over?

EURYDICE
Ik heb toch een paartje netpythons? Hendrik en Isabel? Nou, Rita is dood. Het wijfje is gestorven. Dat is alles.

ORPHEUS
Door een mensenbeet.

EVA
Pap, cut the crap. Ik kan horen dat je weer gedronken hebt.

EURYDICE
Nee, dat heb ik inderdaad gezegd. Een mensenbeet… ik bedoelde eigenlijk dat ik de doodsoorzaak niet ken, maar dat Isabel wel depressief leek. En het is waar dat ze geen eieren kon leggen. Of ze in elk geval niet legde.

EVA
Ik zal tegen Thomas zeggen dat hij zich vergist heeft in mijn ouders. Dat mijn vader een raaskallende zatlap is en mijn moeder een aan slangen verslingerde… verslingerde…

ORPHEUS
Sloerie? Dat allittereert mooi.  

EVA
Dit is een gekkenhuis. Depressieve slangen… zoiets halfgaars heb ik nog nooit gehoord.

EURYDICE
Ik wist helemaal niet dat je langs zou komen. Blijf je eten? Komt Thomas niet?

EVA
Die moet morgen een paper inleveren en ik mocht hem niet afleiden. Hé, mam, weet je wat we gedaan hebben? Het is compleet belachelijk, hoor… maar wel hartstikke romantisch…

Ze fluistert in Eurydices oor

ORPHEUS
Wat? Wat? Hé, ik deed toch de romantiek hier in huis?

EURYDICE
Mag hij het echt niet weten?

EVA
Oké. Vooruit dan maar. Pap? We hebben het allerdufste, meest ouderwetse, STOMME iets gedaan dat je maar kan doen… We zijn gaan wandelen in het Vondelpark…

ORPHEUS
Dat deden wij vroeger ook. Met jou in de kinderwagen. Duf, ouderwets en stom, maar onvergetelijk.

EVA   
En we hebben een groot hart in een boom gekerfd. Eva en Thomas. Met een pijl erdoor. En de datum erbij. Zodat iedereen over honderd jaar kan lezen dat Eva en Thomas… (giechelt) Ik schaam me kapot!



VIJFDE NACHT
 


ORPHEUS
Eurydice? Kom, moederdier, kom, laat me niet in de kou staan! Moet ik me warmen aan een gedicht? Tuimel niet terug de Hades in! Ik hoef me niet van je aanwezigheid te vergewissen. Je bent er. Je volgt me, schat. Ik geloof dat je er bent.



VIJFDE DAG


ORPHEUS (voor de computer)
Wat hebben we hier? ‘Oude vrouw gepaald door jonge bruut’… Dat is wel een lekker… (zonder sarcasme) Ik vind alles lekker, Eurydice… (doet zijn broek open) Ja, vrouwtje, was jij dat maar… was jij maar zo geil… zo…

EURYDICE
Hallo? Iemand thuis?

ORPHEUS
Schatje? Zo vroeg thuis? (klikt de pornosite weg, knoopt zijn broek dicht) 

EURYDICE
Je moet niet zo schrikken. Ik ben het maar. Je vrouw.

ORPHEUS
Hoe laat is het?

EURYDICE
Halfzes. Hoe laat was jij op?

ORPHEUS
O, een uur of tien. Ik slaap nog altijd verschrikkelijk onrustig… telkens weer die idiote dromen over doodgaan en zo.

EURYDICE
Ben je me nu nog steeds aan het vermoorden? Je had de whisky toch afgezworen?

ORPHEUS
Ik drink nauwelijks meer. Ik ben een model-echtgenoot. Maar die dromen blijven komen. Je zou je eigen dromen moeten kunnen herschrijven… Hoewel, dat doe ik voor mijn gevoel al. Het is de schuld van al die psychologische troep. Ik las een keer over dromen dat je tanden uit je bek vallen, wat dat eigenlijk betekent, namelijk dat je bang bent om impotent te worden…

EURYDICE
En diezelfde nacht nog vielen je tanden uit je mond.

ORPHEUS
Hé, hoe weet jij dat nu?

EURYDICE
Vrouwen weten dat soort dingen.

ORPHEUS
Echt?

EURYDICE
Je hebt dat verhaal al tien keer verteld. Het moet diepe indruk op je hebben
gemaakt.

ORPHEUS
Hoe zou je zelf… Waar ben je trouwens?

EURYDICE (vanuit de keuken; in de hele navolgende dialoog praten beiden luidkeels)
In mijn natuurlijke habitat.

ORPHEUS
Wat eten we?

EURYDICE
Prak.

ORPHEUS
Lekker. Prak met vlees of prak met vis?

EURYDICE
Prak vegetarisch.

ORPHEUS
Prak met prak dus. Hoe maakt de weduwnaar het?

EURYDICE
Wie?

ORPHEUS
Hendrik.

EURYDICE
Die eet witte muis.

ORPHEUS
En verder?

EURYDICE
En verder lijkt Hendrik me het type dat onvatbaar is voor depressieve gevoelens. Of voor gevoelens überhaupt.

ORPHEUS
Een echte man dus.

EURYDICE
Je zegt het.

ORPHEUS
Althans: een echte man volgens jouw evolutionaire opvattingen.

EURYDICE
Wat is dat toch met de evolutieleer de laatste tijd? Ben je soms creationist aan het worden?

ORPHEUS
Het is niet de leer die me stoort. Het is de praktijk.

EURYDICE
Dat heb je ook al tien keer verteld. De dood en zo. Daar ben jij tegen. (komt de kamer weer binnen, met witte wijn voor zichzelf en water voor Orpheus) Proost. Op het leven. Op de inspiratie.

ORPHEUS
Niet alleen de dood. Heb je nooit nagedacht over wat er gebeurt wanneer iedereen de evolutieleer aanvaardt?

EURYDICE
Dat ze van hun onwetendheid verlost raken en snappen hoe de dingen in elkaar zitten?

ORPHEUS
Daar gaat het niet om. Maar mensen gaan zich gedragen volgens het darwinisme… zoals soorten zich nu eenmaal gedragen… en dat vind ik…

EURYDICE
Hoe zouden ze zich dan wel moeten gedragen? Als pantoffeldiertjes? Een mens is een mens. Klaar.

ORPHEUS
Ik bedoel… ze halen uit die evolutiegedachte ook de rechtvaardiging van al hun agressie. Zelfs intellectuelen dragen daaraan bij. Ik lees tegenwoordig allerlei columns van stoere evolutie-sympathisanten die uitlegen hoe héérlijk het wel niet is dat er geen god bestaat en dat we allemaal als compost eindigen, en de aarde als kosmisch stof. De hele manier van praten is waanzinnig grof geworden sinds het mode is om te zeggen dat we gewoon zoogdieren zijn. We beginnen ons inderdaad als zoogdieren te gedragen.

EURYDICE
Jij hoeft helemaal niks te drinken om sentimentele praat uit te slaan, hè?

ORPHEUS
Is dat alles wat je te zeggen hebt? Waarom doe je zo… zo…

EURYDICE
Evolutie-achtig?

ORPHEUS
Waarom kun je niet gewoon aardig doen? Waarom moet je iedere dag bewijzen dat je geen man nodig hebt, door je te gedragen als een man? 

EURYDICE (liefjes)
Ik ben vandaag koffie wezen drinken met Thomas.

ORPHEUS
Hè? Wat? Thomas? Thomas van Eva?

EURYDICE
Die Thomas, ja.

ORPHEUS
Met onze schoonzoon?

EURYDICE
Als je hem zo wil noemen.

ORPHEUS
En welke verklaring heb je daarvoor?

EURYDICE
Het zelfzuchtige gen wil dat ik mijn dochter concurrentie aandoe, voor ik geheel overbodig ben geworden. Ze moet mijn hete adem in haar nek voelen. Alleen zo zal ze beseffen dat wijfjes elkaar net zo goed op leven en dood bestrijden als mannetjes. En dat ze er dus alles aan zal moeten doen om het mannetje te krijgen. Dat zal ze ook doen. En de kans dat ze zich dan met het mannetje zal willen voortplanten is daardoor groter. Ze zal haar moeder als het ware willen uitschakelen. En op die manier word ik sneller grootmoeder. Niet dat ik daar speciaal naar zit te verlangen. Maar dan heb ik wel mijn genen doorgegeven. En dus mijn door de evolutie gegeven opdracht vervuld. Klaar.

ORPHEUS (ontzet)
Dat is… dat is monsterlijk.

EURYDICE   
Inderdaad. Maar realistisch.

ORPHEUS
Maar waar is dan de schoonheid? De… de menselijkheid? De poëzie?

EURYDICE
Woorden, schatje. Woorden. Zoete likeur om onszelf mee te bedwelmen. Zie de werkelijkheid nu ’s voor één keer onder ogen.

ORPHEUS
Maar ik doe niet anders! Als ik de werkelijkheid niet onder ogen zag, was het helemaal niet nodig om gedichten te schrijven! Dan was ik… dan was ik gewoon een zoogdier, dat vrat en sliep en paarde. Dat doodde. Dat doodging.

Stilte

EURYDICE
Nog een spaatje?

ORPHEUS
Ach, je zit me gewoon te stangen.

EURYDICE
Da’s ook waar.

ORPHEUS
Heb je Thomas nu gezien of niet?

EURYDICE
Uhhuh. We zijn koffie gaan drinken. We liepen elkaar tijdens mijn lunchpauze toevallig tegen het lijf. En toen zei ik: Thomas, jongen, om mijn jaloerse man een beetje te stangen, nodig ik je uit voor een kopje koffie.

ORPHEUS
Ach.

EURYDICE
En toen vroeg ik hem of hij me inderdaad nog best aantrekkelijk vond voor mijn leeftijd.

ORPHEUS
Je verzint maar wat.

EURYDICE
Niet slecht, hè? Heb ik van jou geleerd.

ORPHEUS
Dus je hebt Thomas niet gezien?

EURYDICE
Nee. Maar deze kleine fantasie heeft me er weer eens aan herinnerd hoe jaloers jij bent.

ORPHEUS
Ik bèn jaloers. Ik ben bang je kwijt te raken. Je wil niet eens meer bij me slapen. Nog gezwegen van… you know…

EURYDICE (kruipt tegen hem aan)
Dat vind ik wel schattig van je. Denk je nu echt dat Thomas geïnteresseerd zou zijn in een vrouw van in de vijftig?

ORPHEUS (zacht)
En jij? Ben jij geïnteresseerd in een jongen van tegen de tweeëntwintig?

EURYDICE
Niet echt. Maar het is wel vleiend dat hij me nog aantrekkelijk vindt.

ORPHEUS
En als ik dat zeg, voel je niks?

EURYDICE (heel zacht)
Soms wel… Beer.  

Ze kussen

EVA
Wat zie ik nu? Oh my God...

EURYDICE
Dag dochter.

EVA
Wat hebben jullie opeens?

ORPHEUS
Dag dochter.

EVA
Nou, leuke verrassing. Ondanks hun gevorderde leeftijd kunnen mijn ouders ook nog aardig doen tegen elkaar.

EURYDICE
Ik wist helemaal niet dat je langs zou komen. Blijf je eten? Komt Thomas niet?

EVA
Die moet morgen een paper inleveren en ik mocht hem niet afleiden.

ORPHEUS
Moet jij nooit papers schrijven? Studeer je eigenlijk nog wel?

EVA
Nederlandse literatuur, pap. Geen taalwetenschap. Jij zou toch moeten weten hoe makkelijk literatuur is. Hé, mam, weet je wat we gedaan hebben?

Ze fluistert in Eurydices oor

ORPHEUS
Een hart in een boom gesneden?

EURYDICE
Maar kind toch! Meen je dat nu?



ZESDE NACHT
 


EURYDICE
Het geeft niet. Heus niet.

ORPHEUS
Jawel. Ik schaam me dood.

EURYDICE
Waarom zou je je schamen? Op jouw leeftijd is dat volkomen normaal.

ORPHEUS
Het komt door de drank.

EURYDICE
Je hebt vanavond niet gedronken.

ORPHEUS
Ik heb jaren gedronken.


EURYDICE
Mannen vinden dat erg, maar voor ons is dat niet zo belangrijk.

ORPHEUS
Ik ben een idioot.

EURYDICE
Dat ben je ook, schat.

ORPHEUS
Ik voel me mislukt.

EURYDICE
Je bent geen onverdienstelijk dichter.

ORPHEUS
Ik was zo blij dat je me weer Beer noemde. Zo blij dat ik er niet van kon. Impotent van vreugde. Hoe zielig kun je worden.

EURYDICE
Stil nu maar, Beertje.

Stilte

ORPHEUS
Wat fluisterde Eva nu in je oor?

EURYDICE
Zeg ik lekker niet.

ORPHEUS
Je leek ervan te schrikken.

EURYDICE
Een meisjesgeheim.

ORPHEUS
Schatje, doe niet zo flauw.

EURYDICE
Ik rol me op als een slang. Ik slaap. Truste.

ORPHEUS
Ja. Truste… Stilte. Stilte... Stilte, wat nu gezongen?

HADES
Wat is uw beroep?

ORPHEUS
Ik schrijf gedichten. Ik neem aan…

HADES
U neemt niets aan. Sta rechtop! Leun niet tegen de muur! Kijk naar het Hof! Geef het Hof behoorlijk antwoord!.. Hebt u een vaste betrekking, bovenbuurman?

ORPHEUS
Ik dacht dat dit een vaste betrekking was?

HADES
Geef een duidelijk antwoord!

ORPHEUS
Ik schrijf gedichten. Liefdesgedichten. Ze worden gepubliceerd. Ik kan u er wel een voorlezen als u dat…

HADES
Doet u geen moeite. Ik zoek maar een paar minuutjes verpozing. Een menselijke stem om de nacht in twee stukken te breken… Sorry, verkeerde tekst… Antwoord op de vraag waarom u niet werkt.

ORPHEUS
Ik werk wel. Ik schrijf gedichten.

HADES
En wie heeft bepaald dat u een dichter bent? Wie heeft u opgenomen in de rangen der dichters?

ORPHEUS
Niemand. En wie heeft me opgenomen in de rangen van het menselijk ras?

HADES
Hebt u dat gestudeerd?

ORPHEUS
Wat?

HADES
Om dichter te worden?

ORPHEUS
Ik dacht niet dat je dat op een school kon leren.

HADES
Hoe dan wel?

ORPHEUS
Ik heb Nederlandse literatuur gestudeerd.

KOOR
Geen taalwetenschap. Literatuur is veel makkelijker.

HADES
Maar het werkt niet! Het is onwetenschappelijk! Niemand luistert! Geen leeuw gaat liggen naast een oelepoele lammetje! IEDEREEN GAAT DOOD! IEDEREEN GAAT DOOD! IEDEREEN KOMT NAAR MIJ TOE! NAAR MIJ! NAAR HADES! HAHAHADES!

EURYDICE
Orpheus? Hé! Je snurkt weer als een aardvarken.

ORPHEUS
Sorry, schatje. Ik… mijn nachten zijn gevuld met buurman Engerling. Die moet ik ompraten of zo…

EURYDICE
Ompraten? Wat klets je nu weer?

ORPHEUS
Hij is de dood. Hij is Hades. Ik moet hem vermurwen om jou terug te krijgen. Maar ik had hem al vermurwd. Je volgde me naar boven toe… maar ik zeg niks… ik mag
niet omkijken of je sterft opnieuw… Het is allemaal zo verwarrend…

EURYDICE
Nu slaap ik op jouw verzoek weer in hetzelfde bed, en nu ben ik nog steeds dood of ga ik voor de tweede keer dood of weet ik veel. Maar ik moet morgen om zeven uur wel mooi opstaan om te werken, dichtertje. Opstaan. Verrijzen. Dood of niet. Voor jou. Om je fondssubsidie aan te vullen. Hou dus je kop en laat me slapen.

ORPHEUS
Maar ik kan het toch niet helpen dat ik zo verschrikkelijk droom?

EURYDICE
Weet je wat het met jou is? Jij hebt gewoon helemaal geen oog voor mijn behoeften. Het komt niet in je op dat ik misschien ook wel ’s moe ben, of ongeïnspireerd, of dat ik het allemaal spuugzat ben. Maar dan moet ik toch nog altijd naar de dierentuin.

ORPHEUS
Bel dan dat je ziek bent.

EURYDICE
Typisch. Volwassen mensen dragen een bepaalde verantwoordelijkheid. Voor dichters is dat natuurlijk anders. Als jij maar een half liedje kweelt, zit je dagtaak er weer op.

ORPHEUS
Jij bezweert slangen. Ik mensen.

EURDYICE
Ik verzorg slangen. Ik beheer een kweekprogramma. Ik doe wetenschappelijk werk. Jij tokkelt een beetje op je computer. Voel je het verschil?

ORPHEUS
Ik tokkel op mijn lier, schatje. Misschien is er af en toe iemand die daar gelukkig van wordt. Ook al ben jij dat dan niet.

EURDYDICE
Gelukkig? En wie dan wel? Zo’n blote mevrouw op je… hoe noemde je dat ding…
je lier?

ORPHEUS
O, is dat het probleem? Mijn vrouw is jaloers op het feit dat ik een beetje naar porno surf, terwijl ik dat alleen maar doe omdat diezelfde vrouw toevallig nooit meer zin heeft! Het is treurig, maar we leven in een treurig universum. Ik maak er het beste van. Wees blij dat ik niet naar de hoeren ga.

EURYDICE
Excuseer? Mijn man is verslaafd aan porno en ik moet dankbaar zijn omdat hij zijn subsidie er niet aan de Wallen doorheen jaagt? Omdat hij het domste stukje van zijn middelbare lijf niet in het eerste het beste slachtoffer van de vrouwenhandel steekt?

ORPHEUS
Ik begrijp je niet. Je vond die porno toch prima? Dan viel ik jou tenminste niet lastig.

EURYDICE
Mannen begrijpen echt nooit iets.

ORPHEUS
Leg het dan uit. Jullie bijdrage aan de conversatie is een stuk hermetischer dan het gemiddelde moderne gedicht.

Stilte

EURYDICE
Natuurlijk vind ik het niet leuk dat je vieze plaatjes nodig hebt omdat… ik heb… ik weet dat ik het je moeilijk maak. Maar vrouwen op mijn leeftijd zijn nu eenmaal niet per se door de natuur geconditioneerd om nog zin te hebben in seks. En daar heb ik het zelf ook best lastig mee. Vooral omdat ik tegelijkertijd inderdaad jaloers ben. Ik zou het verschrikkelijk vinden als je… als je een echte… in plaats van op zo’n site…

ORPHEUS
Een echte blote mevrouw gebruikte voor mijn driften?

EURYDICE
Ja.

ORPHEUS
Ik zal je iets bekennen. Als je naar dat beroepsbloot kijkt, en je trekt aan jezelf, alsof je probeert jezelf uit jezelf te voorschijn te halen, en het uiteindelijke product is een paar duizend ten dode opgeschreven zwemmers in een onwelriekend plasje yoghurt… dan heb je meer te voorschijn gehaald uit jezelf dan jezelf, want wat er in jezelf nog over is gebleven, dat is de totale leegte. Dat is de nachthemel zonder sterren. Zo voelt dat aan.

EURYDICE
En is dat dan zo anders als je met een vrouw vrijt?

ORPHEUS
Wij krijgen nooit iets bij seks. Wij raken alleen maar iets kwijt. Maar met een vrouw erbij raak je het aan iemand kwijt. Dat is heel anders. Je verliest jezelf in een duisternis, maar de leegte die achterblijft voelt heel anders aan. Het is alsof je de wereld hebt omgekeerd. Alsof je de hemel hebt leeggegoten.

EURDYCIE (lief)
Word je nu niet een heel klein beetje sentimenteel?

ORPHEUS
Je hebt gelijk dat ik tijd verkwist. Soms zit ik op die computer een uur te zoeken naar een vrouw die in elk geval nog een beetje op jou lijkt.

Stilte. Ze houden elkaars hand vast.

EURYDICE (zacht)
Sorry, Beer.

ORPHEUS
Het geeft niet.

EURYDICE
Zullen we gaan slapen?

ORPHEUS
Wat fluisterde Eva nu in je oor?

EURYDICE
Zeg ik lekker niet.

ORPHEUS
Je leek ervan te schrikken.

EURYDICE
Ik schrok ook.

ORPHEUS
Waarvan? Alsjebieft?

EURYDICE
Straks ben je nog opa.

ORPHEUS
Wat?

EURYDICE
Ze gebruikt de pil niet meer.

ORPHEUS
Jezus.

EURYDICE
En zonder dat Thomas er iets van weet.

ORPHEUS
O mijn god.

EURYDICE
Dus.

ORPHEUS
Dus wat?

EURYDICE
Dus hoopt Eva dat het offer van zijn lusten spoedig vrucht draagt in de blanke tempel van haar lichaam.  

ORPHEUS
Maar ze is niet eens afgestudeerd! Het is nog een kind! Godverdomme, Eurydice, zeg me dat je dat verschrikkelijk vindt! Zeg me dat je haar die onzin uit het hoofd
zult praten!

EURYDICE
Het zelfzuchtige gen in me is anders wel in zijn nopjes. Maar de rest van me heeft nog geen zin om grootmoeder te worden.

ORPHEUS
En dus?

EURYDICE
En dus zal ik wel met haar praten.

ORPHEUS
Oef.

EURYDICE (kust hem)
En nu ga ik echt naar de logeerkamer. Ik ben doodop.

ORPHEUS
Evaatje, Evaatje… Wat nu?

FURIEN
Welkom in de omgekeerde wereld, sterveling.

ORPHEUS
Heb medelijden, dames.

FURIËN
Nee!

ORPHEUS
Denk aan mijn arme vrouw.

FURIËN
Boe!

ORPHEUS
Toe, alsjeblieft.

FURIËN
Nee!

ORPHEUS
Waarom behandelt het tegenoverliggende geslacht mij als een ongelikte beer?

FURIËN
Je trekt je af bij porno op het internet!

ORPHEUS
Dat heb ik haar al uitgelegd. Ook in die wereld zoek ik naar haar.

FURIËN
Je bent een man.

ORPHEUS
Ik ben een dichter.

FURIËN
Je hebt geen andere bedoeling met je vogelgezang dan een wijfje te verleiden.

ORPHEUS
Jáaháa. Dat hebben we allemaal al gehad. Jullie gezeur hangt me de strot uit. 

HADES
U moet niet zo schrikken van een oude man.

ORPHEUS
Ik schrik niet. U bent gewoon Hades. En ik Orpheus. En nu ga ik met mijn vrouw weer terug naar de gewone wereld. Naar de straten. Naar de bomen. Naar de hartjes in de boomschors.

EURYDICE
Hier ben ik, lieve Beer. Ik volg je. Omhels je me niet?

ORPHEUS
Kom, moederdier, kom hier. Tuimel niet terug de Hades in! Ik hoef me niet van je
aanwezigheid te vergewissen. Je bent er. Je volgt me. Ik geloof dat je er bent.

EURYDICE
Maar waarom kijk je me niet aan?

ORPHEUS
Volg me nu maar.

EURYDICE
Zie je mijn tranen dan niet? Voel je mijn eenzaamheid dan niet?

ORPHEUS
Schatje, doe niet zo vervelend.

KOOR
Het daagde. De rotskloof onder het blinkende oog
Van de uitweg uit de onderwereld doemde op.
Wat hij voorvoeld had, gebeurde. Hij draaide zich om
En op het pad achter zich zag hij niemand.

ORPHEUS
Eurydice?

KOOR
Een zon. Een hemel, en daarin wolken.
Nu pas schreeuwde alles in hem: Eurydice!
Hoe zal ik leven zonder jou, troosteres!
Maar kruiden geurden, bijen bleven gonzen.
En hij sliep in, met zijn wang tegen de verhitte aarde.



ZESDE DAG


ORPHEUS (achter de computer)
Ik moet werken. Ik moet schrijven. Ik moet dichten. Ik moet zingen. En ik moet
niet naar schimmen zoeken…  

MENEER ENGERLING
Hallo? Iemand thuis?

ORPHEUS
Schatje? (draait zich om) Buurman! Meneer Engerling… waar komt u… ik dacht dat mijn vrouw…

MENEER ENGERLING
U moet niet zo schrikken van een oude man. Ik kwam gewoon een praatje maken. Op mijn leeftijd duurt de dag lang, weet u.

ORPHEUS
Ga zitten, ga zitten. 

MENEER ENGERLING
Koffie zou lekker zijn. Helaas verdraagt mijn maag geen koffie meer.

ORPHEUS
Wilt u iets anders?

MENEER ENGERLING
Doet u geen moeite. Ik zoek maar een paar minuutjes verpozing. Wat ik zeggen wou. Bij onze vorige ontmoeting vertelde ik u hoe ik mevrouw Engerling leerde kennen, nietwaar.

ORPHEUS
Mevrouw Engerling.

MENEER ENGERLING
Mevrouw Engerling. Inderdaad. Mijn vrouw. U meende dat ze wel dood zou wezen. Maar mevrouw Engerling is niet dood. Nee. Ze leeft. Ze zou weliswaar
beter dood kunnen zijn, maar dat doet niets af aan het feit dat ze nu alweer vele jaren onbeschaamd doorleeft. Het is verschrikkelijk iemand te verliezen die niet dood is.

ORPHEUS
Als ik het goed begrijp, bent u dus gescheiden?

MENEER ENGERLING
Ik ben verlaten.

ORPHEUS
Juist.

MENEER ENGERLING
Door mevrouw Engerling.

ORPHEUS
Ik begrijp het. Dat moet u erg… eh… aangegrepen hebben.

MENEER ENGERLING
Mevrouw Engerling kwam op een dag thuis van haar wekelijkse visite aan de tearoom. Daar ging ze altijd met een vriendin naar toe. Ze heette Agnes. Die vriendin heette zo, niet mevrouw Engerling. De naam van mevrouw Engerling zal ik niet noemen. Ik krijg haar naam niet meer over mijn lippen. Ik had de radio aanstaan. In die tijd was het soms nog de moeite naar de radio te luisteren. Ze speelden aardige muziek. Daar luisterde ik naar. Toen mevrouw Engerling thuiskwam, begon net de nieuwsuitzending van zes uur. Ik weet het nog precies. De Amerikaanse president was doodgeschoten. Maar dat scheen mevrouw Engerling niet te deren. Ze had een vreemde uitdrukking op haar gezicht. En ze zei vreemde dingen. Ze zei dat ze besloten had…

Stilte

Ze had besloten bij me weg te gaan. En de reden was een andere man. Een meneer Vrolijk.  

ORPHEUS
Wat erg.

MENEER ENGERLING
Een heuglijk detail in deze hele geschiedenis is dat meneer Vrolijk spoedig nadien kwam te overlijden. Maar toen wenste ik mevrouw Engerling natuurlijk niet meer terug te nemen. Ik had ook mijn trots. Dat zult u kunnen billijken. 

ORPHEUS
Natuurlijk. Vrouwen… je vrouw, dat is je ex-vriendin…

EVA
Pap?

ORPHEUS
Ik ben hier. Met de buurman.

MENEER ENGERLING
Ik laat u verder. De schoot van het gezin vraagt om intimiteit. Niet dat ik kinderen heb. Gelukkig maar. Stel u voor. Niets ten nadele van uw dochter overigens.

Meneer Engerling af. Eva begint te huilen.

ORPHEUS
Maar schatje toch! Wat is er… wat is er…

EVA
THOMAS! THOMAS IS ER! DIE GORE KLOOTZAK HEEFT ME bedro… ho… ho… hogen…

ORPHEUS
Maar wat… hoe…

EVA
Al die papers die hij zogenaamd moest doen… en hij had nooit tijd… behalve om te… om te…

ORPHEUS
Om te wat?

EVA
Om te neuken. Daar was ik goed genoeg voor. Daarvoor wel. Daarvoor wel. Terwijl ik best een kind van hem wou. Ik met mijn stomme kop. 

ORPHEUS (slaat zijn armen om haar heen)
Och lieverd toch. Och lieverd.

EVA
En het ergste is nog die stomme boom.

ORPHEUS
Boom?

EVA
Die boom in het Vondelpark. Waar we toen onze namen in hebben uitgesneden. En dat HART! En die klootzak heeft helemaal geen hart! Die heeft alleen een PIK!

ORPHEUS
Zo erg is dat toch niet?

EVA
Natuurlijk is dat erg. Nu kan iedereen in eenentwintighonderdzoveel lezen dat Eva en Thomas honderd jaar geleden van elkaar hielden. Twee dooie geliefden. Maar die boom vermeldt niet dat Eva naïef was en Thomas meinedig. Dus over honderd jaar staan we daar nog te liegen.

ORPHEUS
Dan voeg je dat er toch alsnog aan toe? Ik zal je wel helpen.

EVA
Dat is belachelijk. Dan wordt het zielig in plaats van leugenachtig.

ORPHEUS
Zielig?

EVA
Ja, zielig. De liefde is zielig.

ORPHEUS
Daar denk je nu zo over.

EVA
De liefde slaat nergens op.

ORPHEUS
Als dat zo was, bestond jij niet.

EVA
Dat was geen liefde. Dat waren je genen.

ORPHEUS
Ik heb je verwekt en dat was een daad van liefde.

EVA
Een wanhoopsdaad bedoel je. De liefde is een wanhoopsdaad.



ZEVENDE NACHT
 


EROS
Zie hem daar liggen, met zijn wang tegen de warme aarde. De arme sukkel. En het is allemaal mijn schuld. Ik ben toch ook een rotzak. Ik misleid die tragische stervelingen met mijn zinsbegoochelingen. Ik spiegel ze de liefde voor, terwijl alleen de voortplanting bestaat. Ik ben een mythisch wezen. Mijn grootste verraad is wel dat ik helemaal niet besta. Ik ben uitsluitend drift. Ik ben een verlangen. En als zodanig drijf ik iedere ezel naar zijn onontkoombare ezelin. Ik stort ze in het geluk en daarna stort ik ze in het ongeluk. Ik ben een smeerlap. Een verleider. Wat een heerlijke gedachte. Vind je ook niet, Eurydice?

EURYDICE
Je verwoordt het een beetje cynisch, maar ik ben het wel met je eens.

EROS
Blijf jij niet bij Orpheus omdat je van je genen nog grootmoeder moet worden? En omdat je kleinkind straks beter af is met een grootmoeder waar nog een grootvader bij hoort? Je ziet er anders nog veel te jong uit om al grootmoeder te worden…

EURYDICE
Charmeur.

Ze kussen

ORPHEUS (met stemverheffing)
Jullie kunnen niet eens begrijpen dat er ezels zijn zoals ik, die zomaar, redeloos, dwaas, stokdoof en stekeblind van hun ezelin houden! Zonder dat ze aan kinderen of kleinkinderen denken! Blind! Stekeblind verliefd tot de dood erop volgt!

EURYDICE
Jaloers, Beertje?

ORPHEUS
Hij heeft geen recht op jouw rimpels! Het zijn mijn rimpels!

KOOR
Modder maar voort, moeizame zwerver,
over de blote heuvels, tot je in de schemering
op een bosrijke tweesprong haar huis vindt.

ORPHEUS
Kom, schatje, kom.

EROS
Ze heeft geen zin meer in je.

EURYDICE
Orpheus, begrijp het toch. Er is te veel tijd verstreken tussen ons. Er is te veel gebeurd. Je kunt niet doen of je weer twintig bent. Het is op. Het is uit. Het is voorbij. Daar moet we ons maar eens bij neerleggen.

ORPHEUS
Maar ik vind je lichaam nog steeds prachtig! Ouder maar prachtig. Misschien zelfs des te prachtiger omdat het nu zoveel meer weet. Het is juist het verstrijken van de tijd dat ons gelukkig maakt…

EURYDICE
Jij denkt alleen maar aan seks.

ORPHEUS
Wees blij! Moet ik dan soms zeggen dat je tieten vallen als gehangenen zodra je je beha losmaakt? Moet ik dan soms zeggen dat ik de beboste tweesprong tussen je dijen niet dan heel schroomvallig nader, in de wetenschap dat ik me een weg moet banen door het zilveren gordijn dat de spinnen in de loop der jaren voor je grot hebben geweven? Je bent beeldschoon! Ik wil met je naar bed!

EURYDICE
Laat me nu eindelijk eens met rust! Ik heb recht op mijn eigen onderwereld!

EROS
Je hoort het.

ORPHEUS
AARRGH!

EURYDICE
Orpheus! Word wakker!

ORPHEUS
Wat? Wat is er? Eurydice?

EURYDICE
Het leek wel of je werd vermoord! Ik werd in de logeerkamer wakker van je geschreeuw. Dit moet echt ophouden. Het is echt niet meer normaal.

Orpheus grijpt haar vast, zij rukt zich los

EURYDICE
Stop daarmee… maniak… jij denkt godverdomme alleen maar aan seks, jij!

ORPHEUS
De logeerkamer… ze slaapt in de logeerkamer… ze is een logee… je vrouw is je logeetje…



ZEVENDE DAG


ORPHEUS (voor de computer)
Wat hebben we hier? ‘Blonde huisvrouw met hangtieten’… ‘Moedertje speelt met roze dildo’… (treurig) Ik vind alles lekker, Eurydice…

De telefoon rinkelt. Orpheus neemt op zonder zijn broek dicht te knopen

ORPHEUS
Hallo?

STEM VAN MENEER ENGERLING DOOR TELEFOON
Spreek ik met de man van Eurydice?

ORPHEUS
Jawel. Met wie heb ik de eer?

STEM
Dit is doctor Croiset van het reptielenkweekprogramma in Artis.

ORPHEUS
Ja?

STEM
Ik ben een collega van uw vrouw. Ik, eh… u zou dringend naar de dierentuin moeten komen. Uw vrouw is, eh…

ORPHEUS
Mijn vrouw is wat..?

STEM
Ze is, eh… ze is door haar mannetje…

ORPHEUS
Wat? WAT? WAAR HEBT U HET OVER?

STEM
Door eh… door Hendrik… u weet wel… omstrengeld…



Sint-Agatha-Rode, herfst 2008
_______________________________
Tekening: Huub Beurskens, Netpython, Artis, 23.09.2015